Leerplan - Volwassenenonderwijs

FRANÇAIS Préparation Delf B1 2014-2015. Professeur: Ingrid ... Méthodologie et
organisation du travail. Les principes ... Les exercices de grammaire B1 ?
Hachette FLE ... Forum 3, Café Crème 3, Panorama 3, Tempo 2, Campus 3.
Activités ...

Part of the document


|[pic] |[pic] |[pic] |[pic] |[pic] |







Leerplan

OPLEIDING

Frans R 2.2
Modulair

Studiegebied
TALEN RICHTGRAAD 1 & 2












02-03/726/G/O/P/V/V
Maart 2003


Voor de aanmaak van dit leerplan Frans richtgraad 2.2 werd door HITEK een
netoverschrijdende Commissie samengesteld.

Deze bestond uit de volgende leden:



Dirk Vernou (Directeur HITEK) Eindverantwoordelijke

Véronique Sanctobin (HITEK) Voorzitter

Dany Jacquy (GLTT) Commissielid

Bie Moens (HITEK) Commissielid

Jocelyne Rahier (SNT) Commissielid

Natasha Staelens (CVO Roeselare) Commissielid

VincianeVanderheyde (KHNB) Commissielid

Marieke Van Nieuwenhuyze (PCVO Gent) Commissielid



Onze oprechte dank gaat uit naar:

Giedo Custers (R.E.N. Limburg)
Raymond Gevaert (K.U.Leuven)
Inge Lefevre (HITEK)
Prof. Dr. Piet Mertens (K.U.Leuven)
Leen Pauwels (HITEK)
Anne Streulens (HITEK)
Fabienne Vanhoutteghem (HITEK)
De collega's Frans van de GLTT



Kortrijk, februari 2003

Leerplan Frans
Richtgraad 2.2

1 Situering

2 Beginsituatie

3 Doelstellingen

3.1 Algemene doelstellingen
3.2 Leerplandoelstellingen


3.2.1 Spreken
3.2.2 Schrijven
3.2.3 Lezen
3.2.4 Luisteren


4 Leerinhouden

4.1 Contexten
4.2 Taalhandelingen


4.2.1 Algemene taalhandelingen
4.2.2 Contextspecifieke taalhandelingen


4.3 Taalsysteem

4.3.1 Woordsoorten, morfologie en spelling
4.3.2 Syntaxis

4.4 Taalregisters
4.5 Uitspraak en intonatie
4.6 Socioculturele aspecten

4.6.1 Socioculturele conventies
4.6.2 Non-verbale communicatie

5 Methodologische wenken

6. Evaluatie
7 Bibliografie

7.1 Algemene didactische werken
7.2 Taalspecifieke werken

7.2.1. Algemene taalspecifieke werken
7.2.2 Woordenschat
7.2.3 Grammatica
7.2.4 Uitspraak en intonatie
7.2.5 Socioculturele aspecten
7.2.6 De vier vaardigheden
7.2.7 Evaluatie
7.2.8 Handboeken
7.2.9 Elektronische leer- en hulpmiddelen


Bijlage 1: Nuttige info
Bijlage 2: Trefwoordenlijst

1 Situering


Dit leerplan is de concrete vertaling van de publicatie
Volwassenenonderwijs, Opleidingsprofielen Moderne Talen die de Dienst voor
Onderwijsontwikkeling (DVO) heeft ontwikkeld in het kader van zijn
decretale opdracht.
Die opdracht bestond erin een structuur voor de taalopleidingen in het
volwassenenonderwijs uit te werken, specifieke eindtermen [1] voor elk
niveau te formuleren en een modulair leertraject vast te leggen.

De opleidingsprofielen beantwoorden aan de noodzaak om verschillende
beheersingsniveaus eenduidig van elkaar te onderscheiden en te beschrijven.
Een modulaire structuur bedoelt bovendien in te spelen op de behoefte aan
een flexibele organisatie van levenslang leren.

Voor de opleidingenstructuur is uitgegaan van het Europese referentiekader
voor het leren, onderwijzen en evalueren van moderne talen van de Raad van
Europa. Dat kader is stilaan het ijkpunt aan het worden voor het
talenaanbod in alle ons omringende landen. De oriëntering daarop biedt
bovendien het voordeel van de transnationale vergelijkbaarheid van de
Vlaamse taalopleidingen.


De indeling van de opleidingen in richtgraden

De taalopleidingen in het volwassenenonderwijs zijn verdeeld in vier
taalbeheersingsniveaus, 'richtgraden' genoemd. Het 'mastery-niveau', dat
vergelijkbaar is met het taalbeheersingsniveau van een moedertaalspreker
met een gemiddelde opleiding, wordt in het volwassenenonderwijs niet
haalbaar geacht.


|Europees |Nieuwe benamingen |Oude benamingen |
|referentiekader[2] |volwassenenonderwij|(lineair) |
| |s |volwassenenonderwijs |
|Breakthrough A1 |Richtgraad 1.1 |Elementaire kennis 1 |
|Waystage A2 |Richtgraad 1.2 |Elementaire kennis 2 |
|Threshold B1 |Richtgraad 2 |Praktische kennis |
|Vantage B2 |Richtgraad 3 |Gevorderde kennis 1 |
|Effectiveness C1 |Richtgraad 4 |Gevorderde kennis 2 |
|Mastery C2 |-- |-- |
De concretisering van de richtgraden in specifieke eindtermen

Voor elk van de vier richtgraden is beschreven waartoe de cursist[3] in
staat moet zijn als hij receptief (luisterend en lezend) of productief
(sprekend en schrijvend) met taal omgaat.

De beschrijvingen zijn geconcretiseerd in specifieke eindtermen: dat zijn
doelstellingen met betrekking tot de vier vaardigheden, kennisgegevens en
attitudes.
In de specifieke eindtermen voor de vaardigheden is een aantal bouwstenen
verwerkt: de taaltaak (bijv. zich een mening over iets vormen), de tekst
(bijv. een nieuwsuitzending, een dialoog), het publiek (de bekende of
onbekende taalgebruiker), het verwerkingsniveau (bijv. het kopiëren van een
zin, het beoordelen van een reclameboodschap), de tekstkenmerken (bijv. een
doorzichtige tekststructuur) en de context (bijv. communicatie op het
werk).

Ook de componenten die de taalvaardigheid ondersteunen, zijn
geëxpliciteerd. Het gaat daarbij om de functionele kennis van woordenschat
en taalsysteem (grammatica), uitspraak, ritme en intonatie, kennis van de
socioculturele context, om leer- en communicatiestrategieën en om
attitudes.

Hoe belangrijk die ondersteunende componenten ook zijn, centraal staat de
praktische taalvaardigheid van de cursist: wat hij met taal kan doen, is
belangrijker dan wat hij erover weet.


De clustering van specifieke eindtermen tot modules

De specifieke eindtermen worden - op basis van een toenemende graad van
complexiteit - geclusterd tot modules, die samen een leertraject vormen.
Elke module bevat een set van specifieke eindtermen die een samenhangend
geheel vormen en markeert een afgeronde stap in de taalopleiding die tot
certificering leidt.

Een modulair leertraject met bijbehorende specifieke eindtermen voor een
bepaalde richtgraad wordt een 'opleidingsprofiel' genoemd. Voor Arabisch,
Chinees, Japans, Grieks, Pools, Russisch en Turks eindigt het leertraject
met richtgraad 2. De specifieke eindtermen voor de hogere richtgraden
worden voor die talen niet haalbaar geacht.

Grafisch voorgesteld zien de respectieve leertrajecten er als volgt uit:


Arabisch, Chinees, Japans









Grieks, Pools, Russisch, Turks





Andere talen







Aangezien de specifieke eindtermen voor alle talen dezelfde zijn, is het
leertraject voor een aantal talen verlengd. Dat was onvermijdelijk, onder
meer wegens de noodzakelijke alfabetisering in het schrift, de grote
verschillen in grammaticale structuren en de complexiteit van de
vervoegingen.

Het vastgelegde studievolume voor de taalopleidingen ziet er als volgt uit:

|TALEN |AANTAL LESTIJDEN |
| |RG 1 |RG 2 |RG 3 |RG 4 |Totaal |
|Arabisch, Chinees, |480 |480 |-- |-- | |960 |
|Japans | | | | | | |
|Grieks, Pools, |360 |480 |-- |-- | |840 |
|Russisch, Turks | | | | | | |
|Alle andere talen |240 |480 |240 |240 | |1200 |



2 Beginsituatie


De leerder heeft de leerplandoelstellingen van richtgraad 2.1 verworven.

Met andere woorden, hij moet
- ofwel een certificaat van richtgraad 2.1 behaald hebben
- ofwel via een oriënteringsproef aantonen dat hij richtgraad 2.1
verworven heeft.




3 Doelstellingen



3.1 Algemene doelstellingen


'Threshold' of richtgraad 2 is het niveau van de beperkte talige
zelfstandigheid. De taalgebruiker kan communiceren in de meeste vertrouwde
talige situaties, zij het met nog beperkte talige middelen. Hij kan de
hoofdzaken begrijpen van vertrouwde onderwerpen die geregeld opduiken in
onder meer de werksituatie, school en ontspanning, op voorwaarde dat deze
onderwerpen in klare standaardtaal zijn geformuleerd. Hij kan zich uit de
slag trekken in de meeste talige situaties die zich voordoen bij reizen in
een land waar de betreffende taal wordt gesproken. Hij kan een eenvoudige
en samenhangende tekst produceren met betrekking tot onderwerpen die
vertrouwd zijn of tot zijn persoonlijke interessesfeer behoren. Hij kan
ervaringen en gebeurtenissen, dromen, hoop en ambities beschrijven en kan
bondig redenen en verklaringen geven voor zijn plannen en opvattingen.



3.2 Leerplandoelstellingen


Hieronder volgen, genummerd voor elk van de vier vaardigheden, de
leerplandoelstellingen die gerealiseerd moeten worden.


3.2.1 Spreken



Vaardigheden


De cursist kan op structurerend niveau:


1. in een gesprekssituatie informatie vragen en geven met betrekking
tot


informatieve teksten zoals een telefoongesprek;
prescriptieve teksten zoals een i